Kerken dicht in Leeuwarden

Recent was in het nieuws dat de PKN in Leeuwarden in de toekomst drie tot vier van haar zeven kerken zal moeten afstoten. Uiteraard leidt zo'n bericht bij velen tot zorg over de verdere teloorgang van traditionele kerkelijkheid, wat dan overigens nog weer heel iets anders is dan teloorgang van religiositeit.



Maar waar ik het nu over wil hebben is iets anders. Veel van de kerken in Leeuwarden zijn gebouwd in de eerste of zelfs tweede helft van de twintigste eeuw, vermoedelijk juist de kerken die nu zullen worden afgestoten. Met dat feit is iets bijzonders aan de hand. Aan de ene kant is het namelijk juist die periode waarover in de theologie vaak geklaagd wordt als een tijd van neergang, modernisme, secularisatie. Aan de andere kant wijzen onderzoeken erop dat er in de geschiedenis van de kerk geen periode is geweest waarin er meer mensen ter kerke gingen als deze. In Vlaanderen, mijn 'werkland' zijn er bijvoorbeeld nooit zoveel kloosters gebouwd als in de eerste helft van de twintigste eeuw. In zekere zin gaan we wat dit betreft in de volkskerk eerder terug naar een situatie zoals die was, dan naar een nieuwe situatie.



Natuurlijk heeft in die toenemende kerkgang ook de bevolkingsaanwas een rol gespeeld, maar als ik me niet vergis is dat niet het enige. Betekent dat dat je je over het verschijnsel ontkerkelijking maar geen zorgen moet maken? Geenszins, maar het is wel boeiend om je af te vragen hoe dat begin van de twintigste eeuw, dat in de theologie model staat voor neergang, maar sociologisch misschien juist de kerkelijkste van al is geweest, zich nu precies heeft voltrokken. Niet het minst omdat onze huidige situatie nog zo sterk door de situatie van destijds wordt bepaald.



Reacties

Populaire posts