Hoe verhouden Gods beloften voor Israël zich tot gerechtigheid voor de Palestijnen

Ik ben in mijn theologische reflectie niet zo vaak met Israël bezig, maar houd langs de zijlijn wel een beetje de ontwikkelingen bij. Ik las in dat verband ook het Kairos-document en de felle reacties daaromheen, zoals de open brief vanuit de rechtervleugel van de PKN, of wat kan gelden als een recensie in het RD. Inmiddels is er ook weer een bijdrage bijgekomen waarin iemand probeert aan te tonen dat het document maar vanuit de marge van de Palestijnse christelijke gemeenschap komt.
Wat ik vreemd vind, is dat de critici zo makkelijk roepen dat dit een eenzijdig document is waarin van alles feitelijk onjuist zou worden weergegeven. Uiteraard is dit een eenzijdig document, aangezien het is geschreven als noodkreet vanuit de Palestijnse gemeenschap, maar ik zie niet zo goed in waarom een document als dit beschuldigd zou moeten worden van onjuiste berichtgeving. Waarom zouden deze Palestijnse christenen er zoveel belang bij hebben om de weergave van wat hen overkomt, erger voor te stellen dan het is? De beschrijving van de situatie is er ook bewust één van hun ervaringen. Zo voelt het voor hen of in ieder geval een aantal van hen, om in de Palestijnse gebieden te leven.

Gevaarlijk
Het lijkt me daarom heel gevaarlijk om een document als dit weg te zetten als eenzijdig, marginaal en feitelijk antisemitisch. Dat kun je zeker makkelijk doen vanuit je Westerse luie stoel, zonder muur om je dorp, zonder checkpoint elke keer als je weer even over de grens met België moet, niet gedwongen gescheiden van je familie, niet met je leven bedreigd door een massale gemilitariseerde campagne op het moment dat één of andere wanhopige onverlaat uit je land zich met bommen heeft bekleed of een raket richting Israël heeft afgevuurd. Die dingen die in het document genoemd worden, zijn toch een gegeven? Stel je dan het ontzettend traumatiserende effect van zulke maatregelen eens voor!
Ja maar de Joodse staat wordt ook bedreigd door de Palestijnse raketten en heeft al die maatregelen dus alleen genomen uit zelfverdediging! Ja inderdaad. Dat is ook zo, maar daarmee zijn wel direct de enorme machtsverschillen gegeven. Israël kan die bedreiging goeddeels blokkeren met de bouw van een enorme muur en het instellen van extreme veiligheidsmaatregelen. Die maatregelen, evenals het bestaan van de Joodse staat zelf, blijken voor de Palestijnen in veel gevallen tot zeer erbarmelijke omstandigheden te leiden (denk ook aan de nog altijd bestaande vluchtelingenkampen). Je kunt die omstandigheden niet rechtvaardigen met een verwijzing naar de Israëlische zelfbescherming als die zelfbescherming voor zovelen tot ernstig lijden leidt. Alsof alle Palestijnen zomaar zo zwaar gestraft mogen worden voor het extremisme van enkele van hun landgenoten. En dan legt het document er ook nog eens de vinger bij dat dat extremisme tot op aanzienlijke hoogte wordt uitgelokt door de Israëlische agressie.
Wat ik mij wel afvroeg is, of je, zoals het document stelt, kunt zeggen dat als Israël maar stopt met haar geweldsstrategie, de Palestijnse agressie ook wel op zal houden. Een dergelijke stelling veronderstelt een nogal naïeve antropologie en verdraagt zich ook niet zo gemakkelijk met de intentie van totale vernietiging van de Joodse staat die sommige Palestijnse groeperingen voorstaan. Die intentie van totale vernietiging zou inderdaad een diepere, religieus verwortelde, antisemitische intentie kunnen hebben. Maar laat de discussie daar dan over gaan, in plaats van het document zo gemakkelijk af te schieten.

Ons land

Dan de verwijzingen naar ‘ons land’ waar wij recht op hebben, de beschulding van vervangingstheologie en aanverwante opmerkingen. Ik begrijp hoe zwaar die verwijzingen naar ‘ons land’ aankomen in de Joodse gemeenschap en ik begrijp ook hun binding aan het land Israël als van God gegeven land, maar ik begrijp ook heel goed de Palestijnse kant van het verhaal. Ik vind dat de opstellers van het Kairos-document heel goed hebben laten zien dat Gods beloften nooit bedoeld kunnen zijn om een ander volk het leven onmogelijk te maken. Ik had liever gezien dat de opstellers niet over een ‘recht op dit land’ hadden gesproken, maar over een recht op een plek om in vrede en vrijheid te wonen. Het is misschien omdat ik nooit van huis en haard verdreven ben, maar ik weet niet of ik echt een recht op Nederland heb.

Of de Joden een ‘recht’ op Israël hebben is een ingewikkelde theologische vraag die wat mij betreft overigens helemaal niet met een verwijzing naar ‘vervangingstheologie’ beantwoord kan worden. Dergelijke verwijzingen zijn goedkoop, net als suggesties dat het lijden van de Joden door de eeuwen heen niet voldoende serieus zou zijn genomen (beide in de open brief). Het lijden van de één kan nooit een rechtvaardiging zijn voor het lijden van de ander. Zo simpel is dat.
Wat ik mooi vind aan de Bijbel, is dat het als document van de geschiedenis van Israël vaak de valkuil van een ideologisch spel weet te omzeilen. Gods beloften zijn geen instrument in je eigen hand om je gelijk te halen en andere mensen kapot te maken. Er zijn zeker passages in het OT die van een gewelddadige inname van land spreken ten voordele van het volk van Israël, maar er zijn ook veel passages waarin de status van het volk Israël als volk van God juist niet gebruikt wordt om allerlei misstappen door dat volk begaan onder de tafel te schuiven.

Dilemma

Daarom begrijp ik eigenlijk het dilemma niet. Waarom zou ik moeten kiezen tussen een onopgeefbare verbondenheid met Israël waarbij ik dan mijn ogen moet sluiten voor het lijden waarvan dit document zo onomwonden getuigt en een sympathie voor de Palestijnen, waarbij ik dan alleen maar negatief mag zijn over Israël? Ik voel me onopgeefbaar verbonden met het volk Israël. De plaats van het OT in de christelijke theologie en daarmee van de dialoog met het jodendom behoort voor mij tot de kern van de christelijke theologie, de daarmee verbonden mogelijkheid tot antisemitische interpretaties van het christendom ook, maar ik zie nog altijd niet waarom ik daarom, om het maar eens plat uit te drukken, Israëlische sinaasappels moet kopen. Onopgeefbare verbondenheid kan betekenen: een heel hard geding met iemand voeren om het goede voor die persoon, of dat volk. Daar kunnen economische sancties bijhoren, niet omdat dat prettig is, maar omdat er misschien geen ander geweldloos alternatief is.

Reacties

  1. Prof Dr Bernhard Reitsma (docent VU) heeft een aardig essay geschreven over dit belangwekkende onderwerp.
    "Wie is onze God?" Arabische Christenen, Israël en de aard van God

    BeantwoordenVerwijderen

Een reactie posten

Populaire posts